Merel Veen (43 jaar) uit Zeist kreeg op haar 17de de ziek­te van Pfeif­fer. Ze hield daar­na klach­ten en leef­de 15 jaar lang door als­of er niks aan de hand was. Maar 5 jaar gele­den stort­te ze in. Het roer ging om en ze krab­bel­de lang­zaam op. Nu heeft ze een eigen coach­prak­tijk Mind­co­lours waar­in ze men­sen bege­leidt met vra­gen over ziek­te, gezond­heid en leef­stijl. “Ik vind het een uit­da­ging om men­sen te hel­pen bij het maken van bewus­te keu­zes die goed voor hen zijn.”

Hoe kwam je tot het inzicht dat je je klachten serieus moet nemen?
Merel:

“Na de Pfeif­fer bleef ik 15 jaar lang flin­ke klach­ten hou­den, ver­moeid­heid en griep­ach­ti­ge klach­ten. De art­sen kon­den niks vin­den, dus was het advies om mezelf niet als ziek te zien en weer gewoon alles op te pak­ken als­of er niks aan de hand was. Dat heb ik lan­ge tijd vol­ge­hou­den; ik werd huis­arts en kreeg vier kin­de­ren. Ik over­tuig­de mezelf ervan dat ieder­een wel eens moe is.”
Maar vijf jaar gele­den ging het niet meer, stort­te Merel vol­le­dig in en kwam met een burn-out thuis te zit­ten: “Mijn coach advi­seer­de me om twee weken alleen in een hut­je op de hei te gaan zit­ten. Ik ging naar Span­je en daar viel het inzicht me let­ter­lijk in. Ik rea­li­seer­de me dat er wèl iets aan de hand was en dat het er niet toe deed of het psy­chisch of licha­me­lijk was. Ik dacht: ik voel wat ik voel en ik moet mijn eigen gren­zen en moge­lijk­he­den bepalen.
Dat ik dat eer­der niet deed, heeft te maken met de auto­ri­teit die in onze maat­schap­pij aan de regu­lie­re genees­kun­de wordt toe­ge­schre­ven. De art­sen kon­den niets vin­den, dus dacht ik dat het mijn eigen schuld was en dat ik iets fout deed waar­door het niet over­ging. In Span­je rea­li­seer­de ik me dat het er niet om gaat wat een ander denkt, maar dat ik zelf moet bepa­len wat ik ergens van vind.
Later ben ik nog eens bij een inter­nist geweest en toen bleek dat ze tegen­woor­dig den­ken dat als gevolg van Pfeif­fer een auto-immuun­beeld kan ont­staan wat mijn klach­ten kan ver­kla­ren. Ik zou tegen men­sen met onver­klaar­de klach­ten wil­len zeg­gen: als een arts geen dui­de­lij­ke oor­zaak kan vin­den, wil dat niet altijd zeg­gen dat jij of de art­sen je klach­ten niet seri­eus moe­ten nemen. Je moet je keu­zes daar niet van­af laten hangen.”

Wat veranderde er door het inzicht?

Merel: “Ik kwam ein­de­lijk aan accep­ta­tie toe. Ik rea­li­seer­de me dat de klach­ten niet mijn schuld zijn, maar dat het wèl mijn ver­ant­woor­de­lijk­heid is om er iets mee te doen. Hier­door ont­stond er ruim­te om keu­zes te maken die eerst niet moge­lijk leken. Ook ging ik anders com­mu­ni­ce­ren. Daar­voor sprak ik niet over mijn klach­ten. Ik hield het ver­bor­gen, door schaam­te, en pro­beer­de toch gren­zen aan te geven. Dat was ondui­de­lijk. Ik ben nu veel dui­de­lij­ker over wat ik wel en niet kan.
Ik leer­de, door bij het CSR Cen­trum voor Stress en Burn-out coa­ching te gaan wer­ken, hoe belang­rijk het is om mezelf in balans te hou­den en her­stel­mo­men­ten te plan­nen. Als ik twee afspra­ken heb, neem ik daar­tus­sen 1,5 uur pau­ze en ga in mijn een­tje wan­de­len of fiet­sen. En de grap is dat ik even effec­tief ben als voorheen!
Ook moest ik din­gen los­la­ten: ik stop­te als huis­arts en werd coach en trai­ner. Ik heb nu een eigen prak­tijk en coach vaak men­sen die een ziek­te of beper­king heb­ben. In balans blij­ven vraagt bij hen extra aan­dacht en door mijn eigen ach­ter­grond kan ik daar mooi bij aansluiten.

Mijn her­stel heeft tijd nodig gehad. Nu, na vijf jaar, ben ik goed her­steld van mijn burn-out. Dat wil niet zeg­gen dat ik geen klach­ten meer heb als gevolg van de Pfeif­fer, maar ik kan heel veel, voed vier kin­de­ren op en werk als coach en trai­ner. Als ik van­daag van mijn rest­klach­ten af zou kun­nen, zou ik dat natuur­lijk wil­len, maar dat ik instort­te heeft me ook veel opge­le­verd. Ik richt mijn leven nu in zoals goed voor mij is.”

Tip van Merel bij een leven 2.0

Merel heeft veel aan mind­ful­ness: “Ik ben me meer bewust van wat er speelt in mijn leven en kan hier­door keu­zes maken. Ik leef meer in het hier en nu. Als ik geen goe­de dag heb weet ik dat ik alleen van­daag aan hoef te kun­nen, meer niet. Ook leert het me dank­baar te zijn. Ik heb 4 gezon­de kin­de­ren, finan­ci­ë­le sta­bi­li­teit, fij­ne fami­lie en vrien­din­nen.” Merel geeft zelf ook trai­nin­gen Mind­full­ness.