Jolan­da (62) uit Amers­foort kreeg in de laat­ste vijf jaar ineens te maken met ver­lies van haar gezond­heid. Ze kreeg een TIA (een kort­du­ren­de beroer­te) en leeft nu met niet-aan­ge­bo­ren her­sen­let­sel (NAH). Ook werd ze na twee zwa­re heup­ope­ra­ties rol­la­tor- en stokaf­han­ke­lijk. Ze zocht hulp en leer­de — met val­len en opstaan — veel over zich­zelf. Uit­ein­de­lijk leid­de dit tot accep­ta­tie van het feit dat het leven niet meer zou wor­den zoals het was en dat gaf veel rust en ruimte.

Jolanda:

“In mijn werk als arbeids­des­kun­di­ge bracht ik advies uit over het werk van men­sen met beper­kin­gen en of dat nog pas­send was. Ik merk­te toen dat som­mi­ge men­sen hun beperking(en) niet kon­den accep­te­ren en dat zij daar­om hun ver­trouw­de werk niet kon­den los­la­ten. En toen over­kwam het mij zélf en ook ik accep­teer­de niet dat het leven anders was gewor­den. Ik heb lang gedacht dat ik wel weer terug kon keren naar mijn oude niveau. Ik had zowel cog­ni­tie­ve beper­kin­gen (pro­ble­men met het den­ken) als fysie­ke beper­kin­gen en bei­den had­den meer invloed dan ik dacht. En boven­dien ont­dek­te ik dat de com­bi­na­tie van bei­de soor­ten beper­kin­gen ook een ener­ge­ti­sche beper­king tot gevolg had. En voor­al die laat­ste ging me heel erg in de weg zit­ten… Ik had zo’n behoef­te aan rust.”

Wat heb je toen gedaan?

“Ik was altijd een aan­pak­ker en een mul­ti­tas­ker maar ik liep steeds meer vast. Hoe meer ik pro­beer­de alle bal­len in de lucht te hou­den, hoe slech­ter het ging. Con­stan­te ver­moeid­heid, wei­nig ener­gie en steeds het gevoel heb­ben dat ik tekort­schoot. Dat lever­de steeds meer frus­tra­tie en een gevoel van moe­de­loos­heid op.

Uit­ein­de­lijk heb ik hulp gezocht. Ik heb de afge­lo­pen jaren ver­schil­len­de soor­ten bege­lei­ding gehad,  o.a van een neu­ro­psy­cho­loog en een NAH-coach. En daar heb ik heel veel aan gehad. Het was een pro­ces van — soms zelfs let­ter­lijk — val­len en opstaan. Ik ben mezelf een aan­tal keer flink tegen­ge­ko­men, maar ik leer­de steeds beter opstaan na het val­len. Leren omgaan met beper­kin­gen ís gewoon niet mak­ke­lijk. En dat heeft ook echt tijd nodig, want het is een groei­pro­ces. Ik kreeg mooie aan­rij­kin­gen — en die heb ik aan­ge­pakt — maar je moet het natuur­lijk wel zélf doen, want anders ver­an­dert er niets.

Ik heb nog steeds last van over­prik­ke­ling, voor­al door geluid. Ik kan nog steeds niet veel tege­lijk en moet mijn ener­gie­peil altijd goed in de gaten hou­den, maar daar heb ik nu vre­de mee. Ik heb zelfs mijn werk uit­ein­de­lijk kun­nen los­la­ten. Ik had nooit gedacht dat ik op late­re leef­tijd nog zoveel inzich­ten en groei zou door­ma­ken, maar ik begin echt aan een nieuw hoofd­stuk van mijn leven en ik heb er heel veel zin in.”

Hoe heb je die rust en ruimte gecreëerd?

“Ik sta van natu­re graag klaar voor ande­ren, ik vind het las­tig om ‘nee’ te zeg­gen en gaf mijn gren­zen niet altijd goed aan. Dat doe ik nu anders. Ik zeg niet meer toch maar ‘ja’ als ik eigen­lijk een rot­dag heb. Want daar heb ik alleen mezelf mee en uit­ein­de­lijk is de ander er ook niet mee gehol­pen toch? En wat ook een eye­o­pe­ner was: ik hoef niet altijd ‘aan’ te staan. Toen ik nog werk­te ging ik niet meer ‘uit’ in mijn hoofd en dat is zeker voor men­sen met NAH niet fijn.

Ik plan nu beter, maak niet teveel afspra­ken op een dag en cre­ëer meer tijd voor mezelf. Ik wan­del iede­re dag (met rol­la­tor), doe wat vrij­wil­li­gers­werk en maak meer tijd voor soci­a­le acti­vi­tei­ten. Ik laat me daar­bij lei­den door hoe ik me voel. Dit alles geeft mij rust en ruim­te in mijn hoofd. Lang­zaam is bij mij het besef en de accep­ta­tie geko­men dat de din­gen niet meer kun­nen zijn wat ze ooit waren. En dat maakt veel ver­schil, want pas als je dat accep­teert kun je gaan kij­ken wat er dan nog wél kan.”

Steun bij je leven 2.0

Tip van Jolan­da: “Loop je vast? Ga op zoek naar hulp. Als je niet weet waar je moet begin­nen, ga dan eerst eens naar je huis­arts. Kijk eens rond in de sup­port-zoe­ker van Mijn Leven 2.0. Of maak een afspraak met een van de erva­rings­des­kun­di­gen.”